Heel wat Fransen verlangen diep van binnen naar het plattelandsleven. Meer dan de helft van de stedelingen zou hun stad liever verlaten en bij de jongeren spreekt zelfs twee derde een 'retour à la terre' tot de verbeelding. Maar het geïdealiseerde beeld is een echo van vervlogen tijden.
In stilte verdween de ziel uit het Franse platteland. Rond 1900 werkte in de dorpen nagenoeg iedereen in de landbouw. Het leven speelde zich grotendeels af in de omgeving van gesloten gemeenschappen, welke min of meer autonoom functioneerden. De coöperaties zorgden voor de verkoop aan de buitenwereld. Door de mechanisatie in de landbouw veranderde het platteland radicaal. De mankracht werd overbodig. De jongeren trokken noodgedwongen naar de steden om werk te zoeken. Tegenwoordig werkt nog maar 3 procent in de agrarische sector. Bijgevolg verdween het leven uit de dorpen: winkels, bedrijfjes, cafés, verenigingen, scholen, kerken sloten hun deuren, en soms vervallen hele dorpen tot spookdorpen. Het idyllische dorpsleven - dat nog in de collectieve verbeelding bestaat - is voltooid verleden tijd.
Het hardst getroffen werd de Diagonale du Vide: een gebied dat in het noorden begint in de Belgische Ardennen en diagonaal door Frankrijk loopt naar de Pyreneeën. Dit verlaten gebied ligt ver van de kusten en heeft geen grote rivieren, en weinig wegen en spoorlijnen. Door deze combinatie was de Diagonale altijd al dunbevolkt en zijn er nooit grote steden ontstaan. Na de mechanisatie van de landbouw kampt hele gebied met chronische ontvolking. Zelfs toeristen rijden er liever door.
Voor de overgebleven boeren ziet het er somber uit. Ze kunnen nauwelijks rondkomen. Ze werken veel en verdienen weinig. De komende zes jaar bereikt de helft van de Franse boeren de pensioenleeftijd. Opvolgers staan niet te dringen. Met de steeds dalende prijzen van landbouwproducten hebben de oorspronkelijke boeren steeds meer grond nodig om het hoofd boven water te houden. De meesten zitten al tot hun nek in de schulden. De oplossing is schaalvergroting. Grote bedrijven kopen enorme lappen grond en zetten er machines en arbeiders op. Door de schaalvergroting verliezen de trotse boeren hun eigendom en worden ze landarbeiders op hun eigen grond. Het heeft veel weg van hoe de grootgrondgrondbezitters van weleer hun landgoederen beheerden. De schaalvergroting wordt de nekslag voor de eeuwenoude dorpscultuur.
De krimp van het Franse platteland biedt ook mogelijkheden voor nieuwe initiatieven. Vanaf de jaren 1970 begon een omgekeerde beweging: mensen trokken van de drukke stad naar het ontvolkte platteland. Mensen verlieten de stad om verschillende redenen. Zo verkiezen veel gepensioneerden het aantrekkelijke mediterrane klimaat in Zuid-Frankrijk. Een andere groep bestaat uit ballingen uit de lagere middenklasse - arbeiders, kleine zelfstandigen en gepensioneerden, die vaak noodgedwongen de steden moeten verlaten. Voor hen werd het leven in de stad te duur. Driekwart van de autochtone lagere middenklasse woont nu buiten de grote steden. Zij kunnen nauwelijks rondkomen en voelen zich machteloos. Zij protesteren met de gele hesjes tegen de hogere brandstofprijzen.
Een hele andere en interessante groep zijn autonomen: hippies, bioboeren, kunstenaars en alternatieve ondernemers die een beter leven zoeken in de natuur. Juist de krimpgebieden hebben een bijzondere aantrekkingskracht op de autonomen. In de Morvan, de Corbières, op het plateau de Millevaches in de Corrèze, Lot, Creuse, Limousin … in deze - vaak wat bergachtige - buitengebieden bricoleren zij zich een bestaan, tegen de gangbare normen en verwachtingen in. Het zijn tegenculturen, maar in plaats van het conflict op te zoeken, keren ze zich juist af van de consumptiemaatschappij. Ver weg van de grote steden hebben ze een teruggetrokken bestaan: zelfredzaam, autonoom, off the grid. Ze experimenteren met duurzaam bouwen, biologisch voedsel verbouwen, en in harmonie werken en samenleven. In wezen zijn het kleine verzetshaarden van mensen die zich onttrekken aan wat de maatschappij voorschrijft. Kleine anti-systeempjes. Deze groep kiest vaak bewust voor de natuur en stilte in de verlaten Diagonale du Vide.
Door de leegloop blijven er zo langzamerhand in de steden grofweg twee groepen over: enerzijds de hogeropgeleide kosmopolieten en anderzijds een leger kansarme immigranten en arbeidsmigranten.
De eenvormige plattelandscultuur veranderde door de import van overtolligen, ballingen en vluchtelingen uit de stad, in een mix van subculturen. Het allegaartje van nieuwe ruralen maakt in sommige streken tot wel 30 procent uit van de bevolking. Wie het vernieuwde platteland doorkruist, krijgt vaak het gevoel zich door een ander, secundair, Frankrijk te bewegen.
25 december 2023